Verhalen over faalangst door ouders en kinderen
naar het overzicht


Tweemaal eindscriptie niet gelukt

Door Alanis

Mijn verhaal is dat ik twee maal een eindscriptie schreef voor een universitaire studie, ze allebei ook herschreven heb, en dat het me alsmaar niet lukt af te studeren. Nu ben ik 35 en het moet nu, anders zijn de onderzoeksresultaten verouderd en is er ook niemand meer op de uni om het af te tekenen.

Ik heb alvast veel gehad aan het boek ‘moeten maakt gek’ van Albert Ellis en Wouter Backs. Verder lees ik nu het boek “Hoog sensitieve personen, hoe blijf je overeind als de wereld je overweldigt’ van Elaine Aron. Ook heeft een cursus ‘vanzelfsprekend spreken’ mij geholpen.

Ik denk dat ik te grote ambities heb met een te laag zelfbeeld. Ik wil het allemaal heel groots en perfect, ik zie het helemaal voor me, maar als ik dan begin is de realiteit anders en dan tuimelt mijn humeur helemaal omlaag. Het is alles of niks. Ik moet mij ambities omlaag bijstellen en mijn zelfbeeld omhoog en ze moeten elkaar ergens in het midden gaan raken. Ik leef nu eigenlijk in een twilightzone, een fantasiewereld, bedenk allerlei geweldige dingen, maar maak ze niet waar. Hierdoor is er een kloof tussen mij en de rest van de wereld omdat mensen niet begrijpen waar ik het over heb. Heel soms lukt het me wel om iets te schrijven of te organiseren. Een plan dat ik had wordt inderdaad uitgevoerd en dan blijkt dat ik toch wel positieve reacties krijg. Veel dingen die ik toch doe zijn kleine dingetjes die ik in de pauze doe, of niet serieus, als oefening. Ik heb via studie, stages en tijdelijke baantjes allerlei werk gedaan, in afwachting van het echte werk. Als ik nu terug kijk, is datgenen waar ik trots op ben, eigenlijk indertijd bedoeld als oefening, als ‘niet echt’. Als ik echt tegen mezelf zeg: dit artikel ga ik echt schrijven voor dat en dat blad. Dan blokkeer ik, dan komt er niets uit mijn pen. Als ik zeg: het is maar voor een klein lokaal krantje, of het is maar voor de studie, of het is voor een website, of het is een ingezonden brief, geen artikel etc. dan tik ik zo weg, geen probleem.

Mijn oplossing is dat ik mijn grote plannen in kleinere stukjes moet knippen en ze een voor een moet realiseren. Ik had eerst veel te grote plannen, ik begon eraan en was ontevreden over het resultaat, waardoor ik me als mislukkeling voelde en er weer mee stopte. Nu probeer ik met minder tevreden te zijn. In plaats van een heel boek of hele scriptie schrijf ik nu kortere artikelen. In plaats van voor landelijke bladen schrijf ik voor lokale krantjes. Zo is het me toch gelukt om dingen te schrijven en heb ik minder faalangst, ‘writersblock’ in mijn geval. Toch blijft het knagen, dat ik eigenlijk meer wil.

Ik heb het niet alleen met schrijven maar ook met spreken in het openbaar. Ik heb het een beetje omzeild door een rol van iemand anders te spelen. Ik durf weinig te zeggen tijdens vergaderingen, of ik zeg het wel maar raffel het af en zeg het mompelend waardoor niemand er naar luistert en het niet in de notulen voorkomt. Maar ik zong wel in een amateur musical, voor tweemaal 80 mensen. Blijkbaar kan ik het wel, maar niet als mezelf.

Ik ben in therapie geweest, ik heb eerst een paar therapeuten versleten maar ik was niet tevreden. Ze vonden dat er van alles mis was en ze praten me verder de put in. Ik begon me ziek te voelen. Totdat ik uiteindelijk terecht kwam bij een vrouw die alles heel positief benaderde. Ze vond dat ik een te laag zelfbeeld had en ze gaf me telkens complimentjes, en legde de nadruk op dingen die ik wel goed deed. Het was een wereld van verschil om een psycholoog tegen je te horen zeggen: ‘je bent heel intelligent, je kunt goed verbanden leggen, je hebt een groot doorzettingsvermogen’ etc. etc. Terwijl de vorige mij als patient benaderde, ik zou allerlei persoonlijkheidsstoornissen hebben etc. Maar van deze vrouw heb ik geleerd dat ik niet mijn gedrag ben. Als ik een probleem of angstige situatie uit de weg ga, wil dat niet zeggen dat ik een looser Ben. Het wil alleen zeggen dat ik op dat moment die situatie nog niet aankan maar dat het feit dat ik het toch steeds probeer is heel dapper. Dat klinkt toch heel anders en veel motiverender.

Wat je heel vaak hoort is dat de angst voor de angst iets is dat je jezelf aan praat en waardoor je nu eenmaal doorheen moet. Het is mijn ervaring dat deze redenatie juist ten grondslag ligt aan het ontstaan van een angststoornis. Juist omdat ik op jonge leeftijd niet de mogelijkheid had om bang te zijn, en ik heb geleerd heel stoicijns te reageren op bedreigende situaties, juist daarom zit ik nu met de gebakken peren. Het werkt allemaal precies andersom als wat anderen zeggen. Ik moet juist leren mijn angst serieus te nemen, het is mijn gevoel dat ik niet mag verloochenen.

Toen ik op mijn dertiende te maken kregen met een beugel, puisten en ik in enkele jaren heel snel groeide, juist in de belangrijke puberale periode, werd ik gepest door de hele klas. Thuis kon ik niet terecht want thuis ving ik mijn moeder op die huwelijksproblemen had. Dus ik werd gepest, niemand hielp me: ouders, leraren niemand. Ook vriendinnen niet, want zij zouden ook gepest worden als ze het voor me op zouden nemen in de klas. Ik heb dus zes jaar lang in een hel geleefd elke dag en ik heb mezelf getraind in het stoicijns doorstaan van een dagelijkse treiterij. Iedereen zei elke dag tegen me dat ik lelijk was. En dat zes jaar lang. Ze schreven het op mijn tas en ze lachten me uit. Ik vertrok geen spier. Ik doorstond het.

Als mensen tegen me zeggen: als je bang bent moet je maar door de zure appel heenbijten: dan breekt mijn klomp. Ik meer dan wie dan ook weet wat het is om ergens door heen te bijten. Ik weet wat het is om tijdelijk je gevoelens uit te schakelen. Nu noemt mijn therapeut het ‘dissociatie’ maar toen heeft dit mij er wel doorheen gesleept. Ik ben in Angola geweest, heb een half jaar vrijwilligerswerk gedaan. Ik liep wat rond van de weg af, in het veld, om de omgeving te bekijken. Opeens begonnen mensen op de weg naar mij te roepen: ga terug, je loopt op een mijnenveld. Ik heb toen het stuk naar de weg stoicijns teruggelopen. Ik kende geen angst, ik dacht: als ik ga dan ga ik, zo niet dan niet. Een ander voorbeeld: In mijn flat (in Nederland) was er eens een kakkerlakkenplaag (er was naast mij iemand uit zijn huis gezet en mannen met witte pakken hebben zijn huis toen schoon moeten spuiten voor er weer  een nieuwe huurder inkon). Niemand hielp mij: de ongediertebestrijding kwam in mijn huis pas na een week. Pas toen alle kakkerlakken helemaal weg waren, het gevaar geweken, toen pas werd ik bang. (daarvoor een week lang niet). Als ik een schaduw in de keuken zag (een schaduw van mijn eigen hand bv) dan gilde ik het uit, mijn hartslag niet normaal.

Nog een voorbeeld: eens in een tram randden vier mannen mij aan: hun handen grepen in mijn kruis en overal. Niemand hielp mij. Vijf minuten later wist ik mij los te wringen en uit de tram te springen. Ik durfde toen twee weken lang niet meer op straat, een soort straatfobie: ik liep wel de straat uit naar de supermarkt, maar het duurde twee weken voor ik weer een tram of bus in ging. In therapie bleek echter dat het niet de aanranding was, maar de reactie van mijn vriend toen ik thuiskwam ‘er is toch niets gebeurd?” en ook van mijn werkgever, toen ik dus twee weken lang niet naar mijn werk kon werd ik ontslagen, ook al heb ik uitgelegd waarom. Dus het is juist het gebrek aan feedback, (the story of my life), het feit dat anderen mij niet helpen, dat is de veroorzaker van de langere termijn effecten. Ik neem mensen niet meer in vertrouwen. Als er iets akeligs gebeurd zullen normale mensen een vriendin in vertrouwen nemen en het vertellen: zo wordt het verwerkingsproces in werking gesteld. Bij mij is het zo dat het vertrouwen zo vaak is geschonden (ook door mijn moeder die zei dat ik gepest werd omdat ik nou eenmaal ook een beetje raar was, dus geen wonder dat ik gepest werd op school). Als je geen vertrouwen hebt, en je komt er alleen niet meer uit, en je moet iemand betalen om naar je te luisteren en zelfs die therapeut zegt tegen je dat jij iets mankeert, zo kom je nooit uit die cirkel meer natuurlijk.

Dus om een lang verhaal kort te maken: als ik bang moet zijn, ben ik het niet. Ik ben zo geprogrammeerd dat ik mijn angst kan uitschakelen totdat het einddoel is behaald. Pas dan, als het gevaar is geweken slaat de angst toe.

Nu loop ik  geen gevaar maar ik wordt snachts wakker van harkloppingen, of ik kan weer schone lakens uit de kast halen omdat het angstzweet me snachts uitbrak. Blijkbaar is het allemaal nog niet verwerkt. Laat ik die angst er nu maar uitzweten. Dan maar niet afgestudeerd.

Ik heb heel lang gedacht dat ik een lozer zou zijn als ik niet afgestudeerd zou zijn, het is heel moeilijk om dit mezelf te vergeven. Maar nu kies ik voor mezelf. Ik kan die stress blijkbaar niet aan. Als  ik mezelf dwing om af te studeren dan ga ik weer dissocieren. Liever een gezonde ik dan een ongezonde doctoranders.

“waarom bijt je nu even niet door de zure appel, net voor het einde?’ hoe ontzettend vaak hoor ik dit niet tijdens verjaardagsfeestjes van mijn afgestudeerde vrienden. Niemand begrijpt waarom ik zo slap ben en niet even doorzet en het af maak. Maar als zij mij een lozer vinden zonder papiertje, dan zijn het geen echte vrienden. En werkgevers die perse dat papiertje willen zien, dan nemen ze mij maar niet aan.

Ik ben geen pispaal meer in een puberklas. Ik sta of val niet met puistjes, bril. Ik sta of val ook niet met een diploma. Ik moet eerst weten wie ik zelf ben en mijn leven baseren op de werkelijkheid, niet op een projectie.


naar het overzicht


© 2003 - 2006 Ortho Consult Esch. Alle rechten voorbehouden - disclaimer